Waarom maken mensen deze fout?
De Nederlandse taal staat bekend om haar lastige spelling. Eén van de veelgemaakte fouten is het verschil tussen 'gebeurd' en 'gebeurt'. Beide woorden lijken sterk op elkaar, maar worden in heel andere contexten gebruikt. Het verkeerd gebruiken van deze vormen komt vaak voor in e-mails, sociale media en zelfs officiële documenten. In dit artikel leggen we duidelijk uit wat het verschil is en hoe je het correct gebruikt.
Wat is het werkwoord 'gebeuren'?
'Gebeuren' is een onregelmatig werkwoord dat beschrijft dat iets plaatsvindt of zich voordoet. Denk bijvoorbeeld aan zinnen als "Wat gaat er nu gebeuren?" of "Dat gebeurt niet vaak." Afhankelijk van de tijd waarin je spreekt en de vorm van de zin, verandert ook de vorm van het werkwoord.
'Gebeurd' – voltooid deelwoord
'Gebeurd' is het voltooid deelwoord van het werkwoord 'gebeuren'. Je gebruikt deze vorm samen met een hulpwerkwoord zoals 'hebben' of 'is'. Bijvoorbeeld: "Er is iets ergs gebeurd" of "Wat is er precies gebeurd?" Het woord geeft aan dat de handeling in het verleden is afgerond.
'Gebeurt' – tegenwoordige tijd
'Gebeurt' gebruik je wanneer je iets beschrijft dat nu plaatsvindt of regelmatig gebeurt. Bijvoorbeeld: "Elke dag gebeurt hier wel iets bijzonders." Het is dus een vervoeging van het werkwoord in de tegenwoordige tijd, derde persoon enkelvoud: hij/zij/het gebeurt.
Hoe onthoud je het verschil?
Een handige truc is om te kijken of je er het hulpwerkwoord 'is' of 'heeft' bij kunt zetten. Als dat kan, dan gebruik je 'gebeurd'. Bijvoorbeeld: "Het is gebeurd." Als dat niet kan en je beschrijft iets dat nu aan de gang is, dan gebruik je 'gebeurt'. Denk aan: "Wat gebeurt er?" of "Dat gebeurt elke dag."
Veelgemaakte fouten en hoe die te voorkomen
Veel mensen schrijven "Wat is er precies gebeurt?" — dit is foutief. Omdat hier het hulpwerkwoord 'is' gebruikt wordt, moet je het voltooid deelwoord 'gebeurd' gebruiken. Een andere fout is "Dat gebeurd niet vaak." Hier wordt een tegenwoordige tijd bedoeld, dus moet het zijn: "Dat gebeurt niet vaak." Door bij jezelf na te gaan of het om iets in het verleden of nu gaat, kun je veel fouten voorkomen.
Samenvattend
'Gebeurt' is de tegenwoordige tijd van het werkwoord 'gebeuren' en gebruik je bij zinnen die over het heden of een herhaling gaan. 'Gebeurd' is het voltooid deelwoord en gebruik je in combinatie met hulpwerkwoorden zoals 'is' of 'heeft' om iets af te ronden uit te drukken. Door goed op de zinsopbouw te letten en de juiste regels te volgen, schrijf je nooit meer per ongeluk 'gebeurt' wanneer je 'gebeurd' bedoelt – of andersom.